Lang leve het Wageningse virus

Gepubliceerd op 11 maart 2020 om 17:35

Column uitgesproken op 11 maart 2020 door Gert van Maanen bij Goed Gesprek in café Onder de linden.


Van harte gefeliciteerd! Uw aanwezigheid hier geeft aan dat u zich niet zo maar door een virus uit het veld laat slaan. Als we allemaal een beetje afstand houden en geen handen schudden, zal het wel niet veel gevaarlijker zijn dan een bezoek aan de lokale supermarkt of de Openbare Bibliotheek.

Over Corona of SARS-CoV-2 wil ik het verder niet hebben. Mocht u zelfs niet weten waar ik het nu over heb, dan kunt u genoegzaam constateren dat u onder een steen heeft geleefd. Toch is het Coronavirus wel een mooie aanleiding om ons als Wageningen even op de borst te kloppen. Die kans krijgen we niet al te vaak en moeten we ons dus niet laten ontgaan.
Wageningen heeft namelijk een diepe historische band met virussen. Als je bereid bent een beetje chauvinistisch te zijn – en wie wil dat nou niet – zijn virussen zelfs in Wageningen ontdekt.

     

    Om precies te zijn in 1882 door Adolf Mayer, de eerste directeur van het Rijkslandbouwproefstation en leraar landbouwscheikunde aan de Rijkslandbouwschool. [Foto Adolf Mayer, 1875] In 1879 wordt zijn hulp ingeroepen door tabaksboeren, verbonden aan het Genootschap voor Landbouw en Kruidkunde in Utrecht, die klagen over toenemende problemen met een ziekte die mozaïekachtige vlekken veroorzaakt op de tabaksbladeren. De symptomen worden als ‘vuil’, ‘bont’ of ‘roest’ aangeduid en aangetaste bladeren zijn onbruikbaar voor verwerking in de sigarenindustrie.

    Vanaf 1826 tot 1890 kwam de inlandse tabaksteelt tot opbloei rond Rhenen en Wageningen, nog zichtbaar in Plantage Willem III tussen Elst en Rhenen en voormalige sigarenfabriek Schimmelpenninck in Wageningen. Er waren ooit tientallen kleinschalige sigarenfabriekjes in Wageningen met illustere namen als Van Lonckhuijzen, Koch, Van Opstelten & Co, Victor Hugo, Cornelis Bos, Gelria, G.T. Kraayvanger, Peel van Rijn, Gebroeders Van Dronkelaar, Oranje-Nassau, Firma Overman, C.G.W. Pauw, G. Onderstal & Co., La Industria, M. Keijzer en natuurlijk Geurts & Van Schuppen (de voorloper van Schimmelpenninck). Wageningen was dus eerst tabaksstad en pas later landbouwstad. 

     

    Enfin, onze Adolf Mayer, werpt zich dus vol overgave op de tabaksziekte en ontdekt in experimenten dat de ziekte overdraagbaar is via sap van zieke tabaksplanten. Ook na filtratie met papier was het sap nog steeds infectieus: de veroorzaker kan dus geen schimmel zijn en is ook niet microscopisch zichtbaar te maken. In 1882 publiceert hij zijn eerste ‘voorlopige mededeling’ over de ziekte in het Tijdschrift voor Landbouwkunde en suggereert dat de veroorzaker een kleine bacterie is of – en nu komt het – ‘eene oplosbare enzymachtige smetstof, ofschoon voor deze laatste veronderstelling bijna elke analogie in de wetenschap ontbreekt’. Met deze laatste veronderstelling is hij de eerste onderzoeker ter wereld die het nog onbekende begrip virus enige handen en voeten geeft. Mayer is warm, heel warm. Mayer geeft de ziekte haar naam – tabaksmozaïekziekte – maar geeft voor zover bekend daarna het onderzoek eraan op.

    Zijn werk zou – eerlijk gezegd - in de vergetelheid zijn geraakt als niet een van zijn Wageningse collega’s, Martinus Beijerinck, het onderzoek voortzet en in 1885 meeneemt naar Delft. Daar voert hij proeven uit met porseleinfilters en formuleert hij in 1898 zijn wereldberoemde virusconcept. Hij bedenkt ook de naam virus – Latijn voor gif – en wordt nu wereldwijd gezien als de ontdekker van het virus, hoewel Russen – het zal ook niet – roepen dat die eer toekomt aan botanicus Dimitri Ivanovski.
    Als Wageningers hoeven we ons over de tweestrijd Beijerinck-Ivanovski niet druk te maken, want ‘Wageningen’ was dankzij Adolf Mayer eerder en dus de echte bakermat van de virologie.

    Een beetje ‘jammer, maar helaas’ is het dat we er in Wageningen weinig werk van hebben gemaakt deze virusprimeur flink aan de man te brengen. Van Adolf Mayer hangt alleen een ingemetseld gedenkpaneel in de hal van het voormalige Proefstation voor Zaadcontrole, ook hier aan de Binnenhaven, op de hoek van de Lawickse Allee. Er bestaat wel een Prof. Adolf Mayerlaan, maar die ligt nota bene in de Utrechtse wijk Tuindorp.

    Gelukkige kunt u daar nu verandering in brengen door dit verhaal overal te verspreiden. Hiervoor geldt geen regels wat betreft quarantaine of incubatietijd. Gaat heen en vermenigvuldig. Laat het gerust viraal gaan. Lang leve het Wageningse virus!

     

    Bronnen:

    • Gert van Maanen – Oude Koeien: De Wageningse ontdekker van het virus -Resource, 9 november 2006

    • Just Vlak – Adolf Mayer (1843-1942) en zijn betekenis voor de Virologie als wetenschap, Gewasbescherming -mei 2007

    • Anonymus – Wageningse tabakscultuur, website Uit de oude Koektrommel -uitdeoudekoektrommel.com

    Illustraties:

    Links: Portret Adolf Eduard Mayer 1875, J. & L . Allgeyer, Karlsruhe/Rastatt - HeidICON (bron: Wikipedia)

    Midden: Een paar formaten Havana-sigaren, waaronder vier corona’s (bron: Liebherr)

    Rechts:  Twee bekende Wageningers: cartoon van Adolf Mayer door Louis Raemaekers, van 1895 tot 1912 tekenleraar Avondteekenschool voor Ambachtslieden, Rijkslandbouwschool en Hoogere Burgerschool in Wageningen. (bron: Speciale Collectie, Bibliotheek WUR)

    Reactie plaatsen

    Reacties

    Er zijn geen reacties geplaatst.